Bartolomeo Sanvito

Londen, British Library, Ms Kings 24, f. 73v (detail)

Italiaans schrijver, kalligraaf en boekverluchter, geboren in Padua in 1435 en overleden aldaar in 1511. Rond 1460 vertrok hij naar Rome, waar hij ging werken voor een aantal belangrijke patronen uit de Curia, waaronder Paus Sixtus IV en kardinaal Francesco Gonzaga, in wiens huishouding hij leefde tot aan de dood van de kardinaal in 1483.

Bartolomeo Sanvito was een meester van het humanistische Italiaanse schrift. Albinia de la Mare heeft een lijst van 117 door Sanvito geschreven volledige manuscripten samengesteld, met daarnaast nog 6 waaraan hij zijn medewerking verleende (De la Mare 1999, De la Mare 2002).

Het monumentale werk van De la Mare (postuum) & Nuvoloni 2009, Bartolomeo Sanvito: The Life and Work of a Renaissance Scribe, komt tot een lijst van 125 manuscripten.

Een van de vroegste opdrachtgevers van Sanvito en een van zijn beste vrienden was de Venetiaanse intellectueel en diplomaat Bernardo Bembo, met wie minimaal 12 door Sanvito geschreven handschriften in verband kunnen worden gebracht, waaronder een Opera van Horatius (Cambridge, Kings College, ms 34).

Londen, British Library, Ms Kings 24, f. 17r: titelblad van de Georgics (detail)

Sanvito werkte vaak samen met de ook uit Padua afkomstige verluchter Gaspare da Padova (met wie de anonieme verluchter Meester van de Vaticaanse Homerus vereenzelvig kan worden), die behoorde tot de hofhuishouding van kardinaal Giovanni d’Aragona.

De activiteiten van Sanvito als verluchter zijn omstreden. Zowel Ruysschaert 1986 als Erdreich 1993 schrijven een omvangrijk oeuvre aan Sanvito als verluchter toe. Alexander (in Alexander & De la Mare 1969, p. 107-9 en in London-New York 1994-1995, nr. 43) is voorzichtiger en hangt de theorie aan dat in veel van Sanvito’s handschriften sprake is van een tweetal verluchters. De eerste verluchter zou dan de genoemde Gaspare da Padova zijn, en de tweede Sanvito zelf, hierbij het werk van Gaspare imiterend. Deze imitatie betreft dan zowel de ornamentele motieven als de figurale stijl van Gaspare, waarbij volgens Alexander moeilijk onderscheid is te maken tussen ornamenten van de hand van Gaspare en die van de hand van Sanvito, terwijl de figuren van Sanvito minder goed getekend zouden zijn dan die van Gaspare, met een neiging tot verlengen en stijfheid.

Londen, British Library, Ms Kings 24, f. 26v-27r

De identificatie van Sanvito als verluchter wordt gebaseerd op een tweetal handschriften (een epistolarium en een evangeliarium, thans in de Biblioteca Capitolare te Padua), in 1509 door Sanvito geschreven voor Monselice, een Augustiner priorij in de buurt van Padua, waar Sanvito zich als kanunnik  aan het einde van zijn leven had teruggetrokken.

Inscripties in deze handschriften stellen dat Sanvito deze op eigen kosten zelf had geschreven en versierd: “manu sua impensaque conscripta ornataque”. Letterlijk genomen stelt deze tekst inderdaad dat Sanvito de handschriften zelf geschreven en verlucht heeft. De tekst kan echter ook als zodanig worden opgevat dat ermee wordt bedoeld dat Sanvito de handschriften heeft geschreven en ze vervolgens op eigen kosten heeft laten verluchten.

Catalogus

Cambridge, King’s College

Ms 34 Horace, Opera, Rome, 1485-1492

literatuur:

  • James 1895 (2), p. 53-4
  • Cambridge 2005, nr. 166

Chatsworth, Duke of Devonshire

Ms? Fra Giocondo, Silloge, Rome, eind 15e eeuw begin 16e eeuw

literatuur:

  • Alexander & De la Mare 1969, p. 109, letter I j

Dublin, Chester Beatty Library

Dictys Cretensis, Rome, 1491

literatuur:

  • Alexander & De la Mare 1969, p. 109, letter I g

Eton, Eton College

Ms 149 Cicero, De Officiis, Rome, 1497

literatuur:

  • Alexander & De la Mare 1969, p. 109, letter I c

Leeds, Brotherton Library (thans: University Library)

Ms 4 Juvenal, Rome eind 15e begin 16e eeuw

literatuur:

  • Alexander & De la Mare 1969, p. 109, letter I h

Londen, British Library

Ms add 6051 Cicero, De Officiis, Rome, 1494

literatuur:

  • Alexander & De la Mare 1969, p. 109, letter I a

Ms Harley 2528 Valerius Probus; Fabius Victor, De notis antiquis (ff. 1-17); De urbis regionibus et vetustatibus opusculum (ff. 18-26), Rome, ca 1510 

literatuur:

  • De la Mare 1999, p. 505 nt 161
  • De la Mare & Nuvoloni 2009, nr. 113

Ms Harley 2692 Cicero, De Officiis, Rome, 1498

literatuur:

  • Alexander & De la Mare 1969, p. 109, letter I d

Ms Kings 24 Virgilius, Eclogues, Georgics, Aeneid, Rome, ca 1490

Londen, British Library, Ms Kings 24, f. 1r (detail)

literatuur:

  • Warner & Gilson 1921, III, p. 9, pl. 123
  • Alexander & De la Mare 1969, p. 109, letter I f
  • Erdreich 1993, p. 390
  • London-New York 1994-1995, nr. 43
  • De la Mare & Nuvoloni 2009, nr. 24

Ms Stowe 1016 Fra Giocondo, Silloge, Rome, eind 15e eeuw begin 16e eeuw

literatuur:

  • Alexander & De la Mare 1969, p. 109, letter I i

Londen, Sotheby’s

Catalogus 20 juni 1978 (Abbey, 10) Lot 2989 Petrarchus, Rime & Trionfi, Rome, ca 1490-1500

literatuur:

  • Bierstadt 1895, p. 22 en pl. t.o. p. 16
  • Sotheby’s 11 juli 1966, lot 265
  • Alexander & De la Mare 1969, nr. 39 daar als: Londen, Major J.R. Abbey, ms. J.A. 7368
  • Mann 1975, p. 335-7
  • Sotheby’s 20 juni 1978, lot 2989, kl. pl. B

Londen, Victoria & Albert Museum

Ms L 1609-1954 Cicero, De Officiis, Rome, 1495

literatuur:

  • Alexander & De la Mare 1969, p. 109, letter I b

New York, Pierpont Morgan Library

Ms m 882 Cicero, Pro lege Manilia, Rome, 1477

literatuur:

  • Alexander & De la Mare 1969, p. 109, letter I l

Padua, Biblioteca Capitolare

Epistolarium en Evangeliarium van Monselice, Monselice (bij Padua), 1509

literatuur:

  • Alexander & De la Mare 1969, p. 109, letter I e

Vaticaanstad, Biblioteca Apostolica Vaticana

Ms vat lat 2044 Bartolomeo Platina, Vite dei romani pontefici, Rome, ca 1474

literatuur:

  • Vaticaanstad 1975, nr. 57

Literatuur

  1. James 1895 (2), p. 53-54
  2. Bierstadt 1895, p. 22 en pl. t.o. p. 16
  3. Warner & Gilson 1921, III, p. 9, pl. 123
  4. Sotheby’s 11 december 1956, lot 10
  5. Sotheby’s 11 juli 1966, lot 265
  6. Alexander & De la Mare 1969, nr. 39, p. 104-109
  7. Mann 1975, p. 335-337
  8. Vaticaanstad 1975, nr. 57
  9. Sotheby’s 20 juni 1978, lot 2989, kl. pl. B
  10. Ruysschart 1986
  11. Erdreich 1993
  12. London-New York 1994-1995, nr. 43
  13. De la Mare 1999
  14. De la Mare 2002
  15. Cambridge 2005, nr. 166
  16. De la Mare & Nuvoloni 2009