
Meester van Yolande de Lalaing
Master of Yolande de Lalaing | Maître de Yolande de Lalaing
Noord-Nederlandse boekverluchter, werkzaam in Utrecht rond 1440-1480. De Meester van Yolande de Lalaing ontleent zijn naam aan een getijdenboek dat hij verluchtte voor Yolande de Lalaing (Lallaing, ca. 1422 – Santpoort, 15 augustus 1497). Zij was de oudste dochter van Willem van Lalaing en diens vrouw Johanna van Créquy, en ze was echtgenote van Reinoud II van Brederode en kasteelvrouwe van Brederode.
Hij was waarschijnlijk een leerling van de Meester van Gijsbrecht van Brederode. In de oudere literatuur wordt nog geen onderscheid gemaakt tussen beide meesters en worden alle werken toegeschreven aan de Meester van Gijsbrecht van Brederode.


Het latere werk van de Meester van Yolande de Lalaing is wellicht vervaardigd buiten Utrecht, mogelijk in Delft.
De Meester van Yolande de Lalaing werkte voor zover thans bekend in twee gevallen samen met de Meester van Herman Droem (die op zijn beurt een van de verluchters van het Breviarium van Beatrijs van Assendelft was), te weten in de Bijbel van Herman Droem in Rome en een missaal in Utrecht.


Catalogus
Berlijn, Staatsbibliothek Preussischer Kulturbesitz
Ms germ oct 648 getijdenboek, Utrecht, ca 1460-1470
literatuur:
- Berlijn 1931, nr. 50
- Byvanck 1937, p. 88, 121
- Berlijn 1975, nr. 151 als Meester van Gijsbrecht van Brederode
Oxford, Bodleian Library
Ms Douce 93 getijdenboek van Yolande de Lalaing, Utrecht, ca 1460


Rome, Biblioteca Casanatense
Ms 4212 Bijbel van Herman Droem, verluchting door Meester van Yolande de Lalaing en Meester van Herman Droem
literatuur:
- Utrecht/New York 1989, nr. 72
Utrecht, Universiteitsbibliotheek
Ms 403 Missaal, Zuid-Holland (Delft)?, ca 1470-1480, verluchting door Meester van Yolande de Lalaing en Meester van Herman Droem
literatuur:
- Byvanck/Hoogewerff 1925, nr. 99
- Byvanck 1937, p. 97
- Van der Horst 1989, nr. 100, p. 28 en fig. 463-468
Literatuur
- Byvanck/Hoogewerff 1925, nr. 99
- Berlijn 1931, nr. 50
- Byvanck 1937, p. 88, 97, 121
- Delaissé 1968, p. 40, fig. 83-84
- Berlijn 1975, nr. 151
- Harthan 1977, p. 142-145
- Utrecht/New York 1989, p. 199, 216-222, nr. 71-72
- Van der Horst 1989, nr. 100, p. 28 en fig. 463-468