New York, The Cloisters Museum of The Metropolitan Museum of Art,
Inv. 69.86 Psalter van Bonne van Luxemburg, f. 312v-322r: de drie levenden en de drie doden

Jean le Noir

Direct link to:

Parijs, Bibliothèque Nationale, Ms Latin 18014 Petites Heures van Jean de Berry

Frans boekverluchter, werkzaam in het atelier van Jean Pucelle. Na het overlijden van Pucelle in 1334 nam hij de leiding van de werkplaats over. In tegenstelling tot zijn leermeester Pucelle was hem een uitzonderlijk lange carrière beschoren.

Tot zijn opdrachtgevers behoorden Jeanne de Navarre, Bonne van Luxemburg, Jolanda van Vlaanderen en Karel V van Frankrijk. Tot zijn laatste werk behoren de miniaturen die hij vermoedelijk rond 1372-1375 heeft uitgevoerd in de Petites Heures de Jean de Berry, een handschrift dat hij door zijn overlijden niet heeft kunnen voltooien en dat een tiental jaren later werd afgemaakt door een groep kunstenaars onder leiding van Jacquemart de Hesdin.

Jean le Noir blijkt een ware reïncarnatie van Pucelle te zijn, heeft diens stijl volkomen tot de zijne gemaakt en neemt diens meest oorspronkelijke composities zonder enige schroom en nagenoeg zonder enige wijziging over. Zo is de hier weergegeven Gevangenneming rechtstreeks afgeleid van het gelijksoortige tafereel in het Getijdenboek van Jeanne d’Evreux.

Toch gaat achter Le Noir een gedecideerde artistieke persoonlijkheid schuil die de artistieke ontwikkelingen van zijn tijd uitstekend aanvoelt. Zo maken bij hem de geïdealiseerde mensengestalten waaraan Pucelle de voorkeur gaf, geleidelijk plaats voor personages met meer expressie en een scherpere karaktertekening. Zijn sterkste kant toont hij in zijn gewelddadige taferelen, waar hij de felheid van de personages in, weliswaar soms overdreven, gebaren vertaalt, maar desondanks verrassend dramatische en decoratieve effecten weet te bereiken.

Jean le Noir werd oorspronkelijk door Millard Meiss aangeduid met de noodnaam Meester van de Passie. De naam Jean le Noir komt voor in een beroemd document uit het jaar 1368, volgens welke koning Karel V, op verzoek van de universiteit van Parijs, bepaalde privileges toekent aan een groep boekhandelaren, schrijvers, boekbinders en miniaturisten, verbonden aan deze universiteit. Voor de tekst van het document uit 1368 zie onder: Joachim Troislivres.

322r-drie-doden-en-drie-levenden
New York, The Cloisters Museum of The Metropolitan Museum of Art,
Inv. 69.86 Psalter van Bonne van Luxemburg, f. 322r: de drie doden (detail)

Catalogus

Londen, British Library

Ms Yates Thompson 27 Getijdenboek van Jolanda van Vlaanderen, Parijs, ca 1353-1372

literatuur:

Delisle 1907, I, p. 214 e.v.

Meiss 1967, p. 20, 103, 106, 139, 159, 160, 167, 168, 171, 174, 187

Parijs 1968 (1), nr. 171

Avril 1978, p. 19

Sterling 1987, nr. 14

Ms Yates Thompson 34 epistolarium, Parijs, ca 1345 (oorspronkelijk onderdeel van het missaal te Lyon, bibl. de la ville, ms. 5122), miniaturen door Jean le Noir, initialen en decoratie in filigrain door Jaquet Maci

literatuur:

  • Thompson 1912, no. CII pp. 59-62
  • Avril 1970
  • Avril 1971, p. 250 n. 3, 252, 253, 259, fig. 4
  • Meiss 1974, p. 401
  • Parijs 1981, in nr. 268
  • Backhouse 1997, nr. 101
  • Parijs 2001, nr. 53
  • McKendrick & Doyle 2007, p. 132, fig. 119

Lyon, Bibliothèque de la Ville

Ms 5122 missaal, Parijs, ca 1345 (het oorspronkelijk tot dit handschrift epistolarium en evangeliarium bevinden zich resp. te Londen, British Library, ms. Yates Thompson 34 en Parijs, Bibliothèque de l’Arsenal, ms. 161), miniaturen door Jean le Noir, initialen en decoratie in filigrain door Jaquet Maci

literatuur:

  • Lyon 1920, nr. 21
  • London 1932, nr. 40
  • Jerphanion 1944
  • Parijs 1971, nr. 234
  • Parijs 1981, nr. 268

zie ook literatuur onder Londen, British Library, Ms Yates Thompson 34

New York, The Cloisters Museum of The Metropolitan Museum of Art

Inv. 69.86 Psalter van Bonne van Luxemburg lit: Meiss 1967, p. 20, 31, 287||Avril 1978, nr. 18||Parijs 1981, nr. 267||Sterling 1987, nr. 13||Walther 2001, p. 218-9

Parijs, Bibliothèque de l’Arsenal

Ms 161 evangeliarium, Parijs, ca 1345-1350 (oorspronkelijk onderdeel van het missaal te Lyon, bibl. de la ville, ms. 5122), miniaturen door Jean le Noir, decoratie in filigrain door Jaquet Maci lit: Parijs 1981, nr. 269 Ms 5212 Bible historiale van Karel V (ontbrekend deel thans in: Hamburg, Kunsthalle, ms. 1) verluchting door de Meester van de Bijbel van Jean de Sy, f. 1 door Jean le Noir en f. 378: David als musicus door de Meester van de Kroning van Karel VI, Parijs, ca 1370-1375

literatuur:

  • Delisle 1907, I, p. 152-3; II, p. 273-4
  • Parijs 1955, nr. 112
  • Avril 1978, nr. 38
  • Parijs 2004, nr. 10

Parijs, Bibliothèque Nationale

Ms lat 1052 Breviarium van Karel V, Parijs, ca 1375-1379

literatuur:

  • Parijs 1904, nr. 41
  • Martin 1923, p. 63, 65
  • Leroquais 1934, III, p. 49-57
  • Parijs 1955, nr. 111
  • Meiss 1967, p. 159-164
  • Parijs 1968 (1), nr. 173
  • Avril 1978, nr. 37
  • Parijs 1981, nr. 287
  • Sterling 1987, nr. 15

Ms lat 18014 Petites Heures van Jean de Berry, Parijs (of Bourges), ca 1375-1380 verluchting begonnen door Jean le Noir: o.a. miniaturen van de passie, voltooid door Jacquemart de Hesdin: o.a. f. 38r geboorte, de Pseudo-Jacquemart, Meester van de Triniteit en de Meester Vijf/Vijfde Meester in de jaren 1385-1390, 1 miniatuur (f 288v), waarop Jean de Berry op reis gaat, door de Gebroeders van Limburg, later, ca 1412, toegevoegd

literatuur:

  • Delisle 1868-1871, I, p. 55, 58, 67, 348, 411, II, p. 339, III, p. 323
  • Parijs 1904, nr. 69
  • Delisle 1907, II, p. 175-187
  • Martin 1923, p. 63, 64
  • Panofsky 1953, p. 42-50
  • Parijs 1955, nr. 182
  • Wenen 1962, nr. 103
  • Meiss 1967, p. 155-193
  • Harthan 1977, p. 57, afb. 55
  • Avril 1978, nr. 39
  • Thomas 1979, nr. 15
  • Parijs 1981, nr. 297
  • Sterling 1987, nr. 16
  • Avril & Reynaud 1993, nr. 2
  • Chatelet 2000, p. 78-81
  • Walther 2001, p. 224-7
  • Parijs 2004 (1), nr. 41

Ms nouv acq lat 3145 Getijdenboek van Jeanne de Navarre, Parijs, ca 1335

literatuur:

  • Parijs 1904, nr. 28
  • Delisle 1907, I, p. 214 e.v.
  • Sotheby’s 3 juni 1919 (Henry Yates Thompson, 1), lot 5
  • Meiss 1967, p. 120, 139, 161-3
  • Avril 1978, nrs. 15-17
  • Parijs 1981, nr. 265
  • Sterling 1987, nr. 12
  • Walther 2001, p. 216-7
  • De Hamel 2005, p. 22, 31, 32, 40, 41, 48, 59
  • Keane 2013

Literatuur

  1. Document uit 1368
  2. Delisle 1868-1871, I, p. 55, 58, 67, 348, 411, II, p. 339, III, p. 323
  3. Parijs 1904, nrs. 28, 41, 69
  4. Delisle 1907, I, p. 152-3, 214 e.v.; II, p. 175-187, 273-4
  5. Thompson 1912, no. CII pp. 59-62
  6. Sotheby’s 3 juni 1919 (Henry Yates Thompson, 1), lot 5
  7. Martin 1923, p. 63, 64, 65
  8. Leroquais 1927, II, p. 175-187
  9. Leroquais 1934, III, p. 49-57
  10. Panofsky 1953, p. 42-50
  11. Parijs 1955, nrs. 111, 112, 182
  12. Wenen 1962, nr. 103
  13. Meiss 1967, p. 20, 31, 103, 106, 120, 139, 155-193, 287
  14. Parijs 1968 (1), nrs. 171, 173
  15. Avril 1970
  16. Avril 1971, p. 250 n. 3, 252, 253, 259, fig. 4
  17. Meiss 1974, p. 401
  18. Harthan 1977, p. 57, afb. 55
  19. Avril 1978, p. 18-20, nrs 15-17, 18, 37, 38, 39
  20. Thomas 1979, nr. 15
  21. Parijs 1981, nrs. 265, 267, 268, 269, 287, 297
  22. Sterling 1987, nrs. 12-16
  23. Avril & Reynaud 1993, nr. 2
  24. Backhouse 1997, nr. 101
  25. Chatelet 2000, p. 78-81
  26. Parijs 2001, nr. 53
  27. Walther 2001, p. 216-7, 218-9, 224-7
  28. Parijs 2004 (1), nrs. 10, 41
  29. De Hamel 2005, p. 22, 31, 32, 40, 41, 48, 59
  30. McKendrick & Doyle 2007, p. 132, fig. 119
  31. Keane 2013
  • Bradley 1887-1889, II, p. 367
  • Thieme-Becker 1907-1950
  • D’Ancona & Aeschlimann 1949, p. 128
getijdenboek-van-jeanne-ii-de-navarre-fol-85v-blanche-de-navarre-en-haar-zoon-lodewijk-ix-die-leert-lezen
getijdenboek-van-jeanne-ii-de-navarre-fol-109r-verraad

Getijdenboek van Jeanne II de Navarre, fol 85v: Blanche de Navarre en haar zoon Lodewijk IX die leert lezen, f. 109r: verraad