Meester van de Klosterneuburger missalen

Oostenrijks boekverluchter, werkzaam in Wenen in rond 1432-1452.  Samen met de Meester van het Kremnitzer Stadsboek, diens medewerker Michael en de verluchters Nikolaus, Veit en de Albrechtminiator, behoorde hij tot de Weense Hofwerkplaats van het Collegium Ducale.

De meester ontleent zijn naam aan  de door hem verzorgde verluchting van een aantal missalen voor Klosterneuburg.

Catalogus

Klosterneuburg, Stiftsbibliothek

CCL 72 missaal, Wenen, 1452 kanonbeeld en rankeninitialen door Meester van de Klosterneuburger Missalen literatuur: Krems 1967, nr. 101||Schmidt 2005, p. 23, nr. 107

CCL 606 missaal, Wenen, ca 1445-1450 kanonbeeld en rankeninitialen door Meester van de Klosterneuburger Missalen literatuur: Haindinger 1998, p. 50||Schmidt 2005, p. 23, nr. 106

CCL 609 missaal voor Propst Simon de Turri, Wenen, ca 1445 kanonbeeld en beeldinitialen door Meester van de Klosterneuburger Missalen literatuur: Haindinger 1998, p. 50||Schmidt 2005, p. 23, nr. 103

CCL 616 missaal, Wenen, ca 1445-1450 mogelijk door Meester van de Klosterneuburger Missalen literatuur: Haindinger 1998, p. 51||Schmidt 2005, p. 23, nr. 104

CCL 960 missaal, Wenen, ca 1445-1450 kanonbeeld en rankeninitialen door Meester van de Klosterneuburger Missalen literatuur: Haindinger 1998, p. 51||Schmidt 2005, p. 23, nr. 105

Wenen, Osterreichische Nationalbibliothek

Cod 326 Jacobus de Voragine, Legenda aurea, Wenen, ca 1446-1448 verluchting door Martinus Opifex, Albrechtsminiator, Michael, Meester van het Peutinger Gebedenboek en  Meester van de Klosterneuburger Missalen literatuur: Ziegler 1988, p. 60, 61||Schmidt 2005,  p. 22, 67

cod 1767 breviarium van Friedrich III, Wenen, 1447-1448 verluchting door Martinus Opifex: f. 1v frontispice en 36 initiaalminiaturen, ca 30 beeldinitialen door Michael, Albrechtsminiator, Meester van het Peutinger Gebedenboek en Meester van de Klosterneuburger Missalen literatuur: Krems 1967, nr. 98||Schmidt 2005, p. 67, nr. 98

Literatuur

  1. Krems 1967, nrs. 98, 101
  2. Ziegler 1988
  3. Haindinger 1998, p. 50, 51
  4. Schmidt 2005, p. 22-23, nrs. 103-107; p. 67, nr. 98