Utrecht, Universiteitsbibliotheek, Ms 252, f. 44r: portret van Nikolaus van Lyra (detail)

Meesters van Otto van Moerdrecht

Noord-Nederlands boekverluchters, werkzaam tussen ca 1420 en 1455. Van deze meesters zijn thans (2018) 16 handschriften bekend (Van Bergen 2013, p. 323-337 en Utrecht 2018, nr. 28, nt. 3). Ze ontlenen hun naam aan de verluchting van het commentaar van Nicolaus de Lyra op het Oude Testament in zijn werk Postilla in Prophetas.

Waarschijnlijk hebben we te maken hebben met een groep verluchters die werkten in dezelfde stijl in verschillende plaatsen. Lieftinck bracht deze laatste theorie naar voren in 1959 en Marrow 1989 p. 77 sluit zich hierbij aan. Hiermee kan ook de wisselende kwaliteit van de toegeschreven werken worden verklaard.

Onduidelijk blijft echter waar de stijl oorspronkelijk vandaan kwam en hoe zij zich verspreidde. De stijl van de Meesters van Otto van Moerdrecht wordt gekenmerkt door scherpe, hoekige lijnen en het gebruik van heldere kleuren. De figuren zijn klein, poppetjesachtig, en bewegen zich in een glooiend landschap met puntige rotsen en veelal een rivier op de voorgrond. De gezichten zijn weinig gevormd, maar de expressieve gebaren van de figuurtjes geven de scènes een gevarieerd en levendig karakter.

Berlijn, Staatsbibliothek der Stiftung Preussischer Kulturbesitz, Ms germ quart 42, f. 467, 475r, 476v

Tot het beste werk van deze stijl behoren de miniaturen die zijn toegevoegd aan het gebedenboek van Maria van Gelre. Zij laten complexe interieurs zien en landschappen die diepte suggereren ondanks het gebruik van gouden achtergronden. Een aantal werken stamt duidelijk uit Utrecht, daarnaast echter is een aantal werken stilistisch verwant met manuscripten uit het oostelijk deel van Nederland, te weten Gelderland en de IJsselstreek.

Utrecht, Universiteitsbibliotheek, Ms 252, f. 43v-44r: Seraph en portret van Nikolaus van Lyra

Met name de Agnietenberg is hierbij vaak genoemd als plaats waar deze meesters werkten, maar in de laatste jaren is deze theorie op de helling komen te staan en zijn er stemmen opgegaan Zwolle als werkplaats te noemen.

Ook en met name Utrecht is echter de plaats waar we de Meesters van Otto van Moerdrecht vaak tegenkomen, voordat ze hun werk voortzetten in Brugge. Daar werden veelal bescheiden getijdenboeken geproduceerd voor privé gebruik.

Reden voor deze verhuizing zal gelegen zijn in de op 1 april 1427 door de raad van Brugge uitgevaardigde bepaling dat import van losse miniaturen uit met name Utrecht niet langer werd toegestaan en dat miniaturen als bewijs van hun vervaardiging in Brugge moesten worden voorzien van een stempeltje. Zo vinden we in het handschrift thans bewaard in Den Haag, Koninklijke bibliotheek, ms 135 K 45 twaalf ingevoegde losse miniaturen gestempeld met een kleine bruine cirkel met daarin een gotische letter b.

Den Haag, Koninklijke Bibliotheek, Ms 135 K 45 , f. 19v

Hoogewerff noemt de Meester van Otto van Moerdrecht de Meester van de Seraph, dit naar de grote gekleurde tekening van deze zesvleugelige engel in de Postilla in Prophetas.

Claes Brouwer werkte in de stijl van de Meesters van Otto van Moerdrecht.

Catalogus

Antwerpen, Museum Mayer van den Bergh

Ms 302 twee bifolia uit een missaal, Noord-Nederland, ca 1435-40

Berlijn, Staatsbibliothek der Stiftung Preussischer Kulturbesitz

Ms germ quart 42 gebedenboek van Maria van Gelre , Noord-Nederland (Nijmegen), ca 1415, verluchting door de Meester van Maria van Gelre: o.a. f. 19v, 284v; de Meester van de Passie van Maria van Gelre: o.a. f. 27v, 30v, 36r, 39v, 43v; de Temporale Meester van Maria van Gelre, o.a. 45r, 50v, 59r, 67v en een ca 1423-1426 toegevoegde sectie met kalender en een drietal miniaturen op het einde van de Meesters van Otto van Moerdrecht: f. 467v, 475r, 476v

literatuur:

  • Byvanck/Hoogewerff 1925, nr. 14
  • Utrecht/New York 1989, nr. 17
  • Kunstschrift 2018, nr. 4
  • Nijmegen 2018-2019

Voor verdere literatuur zie onder: Meester van Maria van Gelre

Cleveland, Cleveland Museum of Art

Inv no 59.254 blad uit een missaal met de Kruisiging, Noord-Nederland, ca 1435-1440

Cleveland, Cleveland Museum of Art, Inv no 59.254 blad uit een missaal met de Kruisiging door Meesters van Otto van Moerdrecht

Darmstadt, Hessische Landes- und Hochschulbibliothek

Ms 324 Bijbel van Thomas a Kempis, Noord-Nederland, 1427

Den Haag, Koninklijke Bibliotheek

Ms 78 D 38 Historiebijbel (2 volumes), Noord-Nederland, ca 1430, verluchting door Meesters van Otto van Moerdrecht, Claes Brouwer, Meester van het Psalter, Meester van de Alexander, Meester Azor

literatuur:

  • Byvanck/Hoogewerff 1925, nr. 28

Ms 79 K 11 Bout psalter-getijdenboek, Haarlem, 1453 Meester van de Haarlemse Bijbel: f. 119v: Laatste Oordeel en alle 6 gehistorieerde initialen, een van de Meesters van Otto van Moerdrecht: f. 61v kruisiging, f. 79v Pinksteren; een van de Meesters van Gijsbrecht van Brederode: f. 17v annunciatie; anoniem artiest: f. 172v david onthoofdt goliath

literatuur:

  • Jörn Günther 2006, nr. 19
  • Utrecht 2009, p. 112, 113, afb. 100

Ms 135 K 45 getijdenboek, Brugge, ca 1427-1436 verluchting door Meesters van Otto van Moerdrecht, meer in het bijzonder Claes Brouwer (?)

literatuur:

  • Sotheby’s Catalogus 21 juni 1982 (Donau-Eschingen), lot 15
  • Philadelphia 2001, p. 122
  • Utrecht 2018, nr. 28

Den Haag, Koninklijk Huisarchief

Ms ongenummerd “Festal Evangelistary”, ca 1430-40

literatuur:

  • Byvanck/Hoogewerff 1925, nr. 33

Den Haag, Museum Meermanno-Westreenianum

Ms 10 A 18 en 19 Bijbel (vgl. Byvanck/Hoogewerff 1925, nr. 32, p. 18 werk van de Meesters van Otto van Moerdrecht, zijnde de Meester D uit de Haagse bijbel 78 D 38)

literatuur:

  • Byvanck/Hoogewerff 1925, nr. 32
  • Den Haag 1979, nr. 70-71

Grenoble, bibliothèque municipale

Ms 162 getijdenboek , o.a. Frankrijk, ca 1440-1450, verluchting door Péronet Lamy: f 59v, 64, 68, 76; Hans Witz: f. 93 Koning David in gebed; Meesters van de Gouden Ranken: f. 7-15 de vier evangelisten; lokale navolger van de Meester van Boucicout: f. 44, 45v, 87, 90v; anoniem verluchter: miniatuur met begrafenisscène; daarnaast 4 ingevoegde miniaturen van de hand van de Meesters van Otto van Moerdrecht: f. 16, 20, 22, 23v

literatuur:

  • Avril & Reynaud 1993, nr. 113

Keulen, Renate König Collectie

Ms nr. 17 getijdenboek, Vlaanderen (Brugge?), ca 1415-1430 en 1430-1435, verluchting door Meester van Guillebert de Mets: f. 14v Antonius, 16v Sint Joris; een van de Meesters van Otto van Moerdrecht: 52v gevangenneming, 64v Christus voor Pilatus, 69v geseling, 76v Kruisiging; 80v Kruisafneming, 86v graflegging, 101v Hof van Olijven; meester uit de omgeving van de Meesters van de Beaufortheiligen: f. 22v Hemelvaart Christus, 32v Johannes, 34v Lukas, 36v Mattheüs, 38v Markus, 41v Mariadood; meester uit de omgeving van de Meesters van de Gouden Ranken: f. 26v Maria lactans, 97v Man van Smarten; anoniem meester: de 11 gehistorieerde initialen

literatuur:

  • Keulen 2001 (1), nr. 17

New York, Pierpont Morgan Library

Ms M 87 brevier van Arnold van Egmont (ook genaamd brevier van Renaud IV), ca 1435-40, verluchting door Meesters van Otto van Moerdrecht en Meesters van Zweder van Culemborg)

literatuur:

  • Delaissé 1968, p. 21-6

Utrecht, Universiteitsbibliotheek

Ms 252 Nicolaus de Lyra, Postilla in Prophetas, 1423-25

literatuur:

  • Byvanck/Hoogewerff 1925, nr. 24
  • Den Haag 1980, nr. 68

Literatuur

  1. Vogelsang 1899, p. 22, 31, 37-38, 40-49, 98
  2. Byvanck/Hoogewerff 1925, nrs. 14, 24, 28, 32, 33
  3. Hoogewerff 1936 (I), p. 392-409
  4. Byvanck 1937, p 28-9, 34-6, 66, 123-4, 149-150, pl. 23-5, 40-1, 132-7
  5. Byvanck 1943, p. 40-44, 46-48
  6. Panofsky 1953, p. 102
  7. Delaissé 1968, p. 21-26, 35-36
  8. Brussel 1971, nrs. 8, 30, 31
  9. Den Haag 1979, nr. 70-71
  10. Den Haag 1980, nr. 68
  11. Utrecht/New York 1989, p. 67-70, 75-86, 112-115, 129-135, nrs. 17, 21-25, 36, 38
  12. Van der Horst 1989, p. 9, nr. 27
  13. Avril & Reynaud 1993, nr. 113
  14. Den Haag 1994, nr. 10
  15. Wierda 1995, p. 12
  16. Keulen 2001 (1), nr. 17
  17. Philadelphia 2001, p. 122
  18. Jörn Günther 2006, nr. 19
  19. Van Bergen 2007
  20. Utrecht 2009, p. 112, 113, afb. 100
  21. Van Bergen 2013, p. 323-337
  22. Kunstschrift 2018, nr. 4
  23. Utrecht 2018, nr. 28
  24. Nijmegen 2018-2019