Utrecht, Universiteitsbibliotheek, Ms 12.C.17
los blad uit het Egmont Brevier (New York, Pierpont Morgan Library, ms. M 87) met de Opstanding van Christus (detail)

Meesters van Zweder van Culemborg

Groep van Noord-Nederlandse boekverluchters. Deze meest invloedrijke verluchtingsstijl uit de 1e helft van de 15e eeuw is zo genoemd naar een codex die is gemaakt voor de Utrechtse bisschop Zweder van Culemborg, thans bewaard te Bressanone. Werd vroeger ook genoemd de Meester van Pancratius/Pancraz (Hoogewerff 1936-1947, I, p. 424), maar deze naam is thans in ongebruik geraakt.

Ongeveer vijfentwintig handschriften zijn in de stijl van de Meesters van Zweder van Culemborg verlucht, die wordt gekenmerkt door een uitstekend gevoel voor diepte, prachtige combinatie van kleuren en bijzondere lichtval. Hierdoor ontstaan soms de meest fraaie landschappen met schitterende luchten en prachtige vergezichten.

Door een zachte schilderstijl die soms impressionistisch aandoet weten deze schilders een zeer bijzondere sfeer te creëren. Daarnaast hadden zij een voorliefde voor realistische details, die onder meer blijkt uit de natuurlijk geschilderde bloemen, welke in de randversiering werden toegevoegd. Interieurs laten een huiselijke ruimte zien waarin grote aandacht is besteed aan de daar aanwezige voorwerpen, materialen en stoffering. Veel taferelen in de open lucht zijn geschilderd tegen een achtergrond van een panoramisch landschap onder een gloedvol oplichtende hemel.

Baltimore, Walters Art Gallery, Ms W 168, f. 52v: verraad (detail)

De duidelijk naturalistische ruimte- en lichteffecten die de Meesters van Zweder van Culemborg graag schilderden, worden niet alleen bereikt met compositorische middelen en dankzij een bepaalde kleurbehandeling, maar ook door een nieuwe, subtiele wijze van modellering. Vormen worden opgebouwd met behulp van verfstreekjes over reeds aangebrachte lagen. Op die manier wordt in de natuurgetrouwe weergave van materialen een illusie van echtheid geschapen en worden voorwerpen in een sfeervol licht geplaatst.

Modellen voor hun afbeeldingen hebben de meesters gevonden in het werk van Jan van Eyck, die van 1422 tot 1424 aan het Haagse hof werkzaam was, en in de voorbeelden afkomstig uit de Parijse ateliers. Voor wat betreft de invloed van Van Eyck kan gewezen worden op de miniaturen van de Gevangenneming van Christus en de Geboorte van de Maagd in een getijdenboek uit ca 1425-30 (Londen, Sotheby’s 6 juli 2000, lot 72) die duidelijk zijn geïnspireerd door composities uit het Turijn-Milaan-getijdenboek.

Ook de afbeelding met de Gevangenneming op folio 70v in het handschrift 79 K 2 in Den Haag ademt geheel eenzelfde sfeer. Ook in hun aandeel in het omvangrijke, uit meer dan 400 folio’s bestaande Egmont Brevier (New York, Pierpont Morgan Library, ms. M 87; losse bladen in Cambridge, Fitzwilliam Museum, Londen, British Library en Utrecht, Universiteitsbibliotheek) tonen de Meesters van Zweder van Culemborg hun schatplichtigheid aan Jan van Eyck.

Den Haag, Koninklijke Bibliotheek
Ms 79 K 2, f. 70v-71r: gevangenneming van Christus (detail)

James Marrow (zie Utrecht/New York 1989, p. 114) suggereert dat de Meesters bij de vervaardiging van hun miniaturen voor dit brevier kennis moeten hebben gehad van het Lam Gods, het door Jan van Eyck geschilderde veelluik, voltooid in 1432, dat thans hangt in de Sint Baafs Kathedraal in Gent. Mede dit in aanmerking genomen wordt het Egmont Brevier gedateerd op ca 1440.

De genoemde Jan van Eyck trad in 1422 in dienst van het Haagse Hof. Door de dood van de laatste Beierse hertog in 1424 verbleef Van Eyck slechts kort in Den Haag, maar zijn reputatie en de door hem aldaar vervaardigde miniaturen en tekeningen behielden nog lang hun invloed.

Illustratief voor de wijze waarop modellen in het algemeen en een tekening naar of door Van Eyck zelf nog decennia lang na werden gevolgd is een tekening met de Aanbidding door de Drie Koningen uit het Kupferstichkabinett te Berlijn (KdZ 4244).

Drie losse miniaturen uit het Egmont Breviarium: Koning Salomon in de Tempel (Fitzwilliam Museum),
Verrijzenis van Christus (Universiteitsbibliotheek van Utrecht), Steniging van de Heilige Stefan (British Library)

Het compositieschema vinden we, met soms afwijkende dan wel weggelaten details, terug in bijvoorbeeld eenzelfde tafereel in een tweetal getijdenboeken geschilderd door de Meesters van Zweder van Culemborg, thans bewaard te Londen, Sotheby’s catalogus 3 december 2008, lot 36, f. 55v, en Den Haag, Koninklijke Bibliotheek, ms 79 K 2, p. 66.

Ook in het oeuvre van de iets later werkzame Meester van Catharina van Kleef, wellicht een leerling van de Meesters van Zweder van Culemborg, komt de afbeelding voor: Den Haag, Museum Meermanno Westreenianum, ms. 10 E 1, f. 77v en New York, Pierpont Morgan Library, ms. 917, p. 237. Een aantal handschriften is door miniaturisten in Utrecht verlucht, maar bekend is dat de stijl van de Meesters van Zweder van Culemborg zich ook heeft verspreid over ateliers in Holland en wellicht ook in Gelderland.

De meest bijzondere handschriften zijn gemaakt voor de leden van de Utrechtse en Gelders-Kleefse adel. Opvallend is het groot aantal verluchte missalen dat van de hand van deze meesters bewaard is gebleven.

Van twee verluchters die in de jaren 1430 in Utrecht werkzaam waren zijn de namen overgeleverd, te weten Henric Henricssoen en Godevaert Jacopssoen. Wellicht kunnen de Meesters van Zweder van Culemborg en de Meester van Catharina van Kleef met hen vereenzelvigd worden (aldus Sotheby’s 6 juli 2000, p. 64).

Drie losse miniaturen uit het Egmont Breviarium: Koning Salomon in de Tempel (Fitzwilliam Museum),
Verrijzenis van Christus (Universiteitsbibliotheek van Utrecht), Steniging van de Heilige Stefan (British Library)

Drie losse miniaturen uit het Egmont Breviarium: Koning Salomon in de Tempel (Fitzwilliam Museum),
Verrijzenis van Christus (Universiteitsbibliotheek van Utrecht), Steniging van de Heilige Stefan (British Library)

Drie losse miniaturen uit het Egmont Breviarium: Koning Salomon in de Tempel (Fitzwilliam Museum),
Verrijzenis van Christus (Universiteitsbibliotheek van Utrecht), Steniging van de Heilige Stefan (British Library)

Drie losse miniaturen uit het Egmont Breviarium: Koning Salomon in de Tempel (Fitzwilliam Museum),
Verrijzenis van Christus (Universiteitsbibliotheek van Utrecht), Steniging van de Heilige Stefan (British Library)

Het missaal van Johan van de Zande

Het vroegst gedateerde manuscript verlucht door de Meesters van Zweder van Culemborg is het Missaal van Johan van de Zande (Zwolle, Provinciaal Overijssels Museum). Blijkens het colofon werd het handschrift voltooid in het jaar 1415. De opdrachtgever, Johan van de Zande, was een lid van de Teutoonse Ridders, een militaire en religieuze orde gesticht door kooplieden uit Lübeck en Bremen gedurende de Kruistochten in het jaar 1190.

Het Kottbus Getijdenboek

Dit rond 1420-1430 vervaardigde getijdenboek behoorde al van voor de tweede wereldoorlog tot de verzameling van Alfred Bum in Kottbus en is pas recentelijk herontdekt en geveild bij Sotheby’s, Londen op 3 december 2008 als lot 36. Het handschrift raakte tijdens de oorlog beschadigd, de eigenaar zou met het handschrift in zijn bagage op zijn vlucht uit Duitsland ternauwernood een torpedoaanval hebben overleefd.

Een incompleet getijdenboekje in Utrecht

Rond 1430 vervaardigden onze meesters een getijdenboekje dat thans incompleet in Utrecht wordt bewaard (Universiteits-bibliotheek, ms. 1037). Het handschrift bevat twee gehistorieerde initialen, een met de geboorte van Christus aan het begin van de Mariagetijden (f. 13r) en de uitstorting van de Heilige Geest aan het begin van de H. Geestgetijden (f. 66r). Deze laatste voorstelling is nauw verwant aan die op f. 173v in het Missaal in Brixen, alleen is de voorstelling daar in spiegelbeeld weergegeven.

Een eveneens bijna identieke compositie komt voor in het Kottbus Getijdenboek (afbeelding bij Byvanck 1937, fig. 123). Bovendien komt de randversiering van dit getijdenboek overeen met die van onderhavig getijdenboek: een goud, blauw, roze staaf met enkele fijne penranken met kleine, groene blaadjes en driedelige gouden lovertjes of gouden balletjes met trilharen.

Op de bladen met de twee gehistorieerde initialen is de randversiering uitbundiger: een staaf waaruit sierlijke penranken ontspruiten met dezelfde groene blaadjes en driedelige gouden lovertjes, die zich zowel in de bovenmarge als de ondermarge om een dunne gouden horizontale gouden staaf slingeren. Dit type randversiering komt ook voor in het getijdenboek ms James 141 in het Fitzwilliam Museum in Cambridge.

De Weense bijbel

Deze vierdelige monumentale bijbel is door één hand geschreven, terwijl elk van de vier delen door een andere hand is verlucht. De verluchting van de delen 3 en 4 is van mindere kwaliteit, maar in de delen 1 en 2 komen we de Meester van Zweder van Culemborg tegen die zo rond 1430 het openingsblad van het boek Genesis in het eerste deel van de bijbel vervaardigden, tezamen met een tweetal gehistorieerde initialen in het eerste deel en één gehistorieerde initiaal in het tweede deel.

In de marge van de openingsbladzijde van het eerste deel staan de zeven dagen van de schepping afgebeeld, zulks omringd door een fraaie acanthusrand die sterk gelijkt op de acanthusbladeren die de Gebroeders van Limburg gebruikten. Het blad zelf is verdeeld in twee kolommen, waarvan de eerste leeg is gelaten, waarschijnlijk bedoeld om te versieren met een portret van de opdrachtgever of beoogd ontvanger van de bijbel.

De tekst begint met een initiaal I ter hoogte van 22 lijnen, waarin afgebeeld de val van de mens. Een van de initialen in het tweede deel toont de hl. Hieronymus, werkzaam als Bijbelvertaler, daarbij geïnspireerd door de Heilige Geest die in de vorm van een duif omlaag zweeft. Achter de troon zien we het vaste attribuut van Hieronymus, de leeuw uit wiens poot de heilige ooit een doorn verwijderde en die sindsdien bij hem bleef. De randversiering bestaat uit engelen ten halve lijve, alsmede gouden staven waaromheen zich ranken wikkelen. Aan deze ranken ontspruiten naturalistische bloemen.

Het Missaal van Eberhard von Greiffenklau

Niet het naamgevend missaal in Brixen maar dit missaal is het meest rijk versierde handschrift waaraan de Meesters van Zweder van Culemborg hun medewerking verleenden. Het manuscript bevat 1 volbladminiatuur met de Kruisiging, 52 kolomminiaturen en 68 gehistorieerde initialen. De afbeeldingen stralen een sterke verhaalskracht uit en tonen een grote picturale inventiviteit.

De marges bevatten sporen van gedetailleerde instructies voor de verluchters, waarschijnlijk niet alleen omdat meerdere verluchters tegelijkertijd aan het handschrift werkzaam waren, maar ook omdat ze niet altijd konden werken naar bestaande modellen. De schilderstijl suggereert een ontstaan van de verluchtingen rond 1430-1435.

Het lijkt waarschijnlijk dat het handschrift in dezelfde periode is geschilderd als de door een van de Meesters van Zweder van Culemborg vervaardigde presentatieminiatuur in een te Parijs (Bibliothèque Nationale, ms. lat. 432) bewaard gebleven handschrift dat in 1434 werd aangeboden aan Hugo van Lusignan, kardinaal van Cyprus.

De grotere miniaturen bevatten landschappen waarin mensen hun dagelijkse bezigheden uitvoeren, en gedetailleerde interieurs met huishoudelijke objecten en boeken, die veelal extra ruimtelijk lijken doordat open ramen uitzicht geven op wijdse vergezichten. Figuren zijn zacht gemodelleerd, tonen terughoudende gebaren en kleren met zachte plooien en mooie schaduwwerking.

Bijzonder is dat we ook de hand van de Meester van Catharina van Kleef aantreffen in dit handschrift. Mogelijk was hij een leerling van een van de Zweder Meesters, of werd hij later ingehuurd om de verluchting van het handschrift te voltooien. Dit zou dan rond 1446 zijn gebeurd (Nijmegen 2009-2010, p. 202). Hoewel niet geheel duidelijk is wie de opdrachtgever van het handschrift was, wijst veel op Eberhard von Greiffenklau (ca. 1410-1486) als opdrachtgever.

Het getijdenboek van Fentener van Vlissingen

Dit uit 1430-1435 daterende getijdenboek werd in 1998 ter gelegenheid van het tweehonderd jarige bestaan van de Koninklijke bibliotheek te Den Haag door P. Fentener van Vlissingen namens SVH Holding aangeboden als 99-jarige bruikleen. Met 27 miniaturen en 16 gehistorieerde initialen is dit getijdenboek het rijkst verluchte dat van de Meesters van Zweder van Culemborg bewaard is gebleven. Daarnaast zijn zeker nog eens 15 miniaturen verloren gegaan.

De inhoud van het handschrift is bijzonder. In de plaats van de gebruikelijke Mariagetijden komen de Getijden van de Heilige Geest, waarna vervolgt wordt met de Korte Kruisgetijden, waarin een prozavertelling over het leven en lijden van Christus is verwerkt. De in beide teksten opgenomen miniaturen geven een overzicht van het leven van Christus vanaf de annunciatie tot en met Pinksteren. Alle bladen met gehistorieerde initialen hebben een margeversiering bestaande onder meer uit engelen ten halve lijve, waarbij in een geval in de ondermarge een tweetal engelen het sudarium (de doek met de afdruk van het gelaat van Jezus) vasthoudt, als het ware een soort merkteken van onze meesters dat bijvoorbeeld op voorkomt op de canonplaat van het Hoya-missaal in Münster.

De aanbidding van de herders op p. 66 grijpt terug op voorbeelden van of uit de omgeving van Jan van Eyck, terwijl de Kruisafneming op folio 85v gerelateerd is aan die in de Très belles heures van de Gebroeders van Limburg, welke zelf weer gebaseerd is op Italiaanse compositieschema’s die bijvoorbeeld voorkomen in paneelschilderingen van Simone Martini.

Het Brugse gebedenboekje

Een intrigerend handschrift waaraan de Meesters van Zweder van Culemborg rond 1435 hun medewerking hebben verleend is een klein, maar rijk versierde gebedenboek, thans deel uitmakende van de collectie van de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag. Gezien de kenmerken van het schrift en de vorm van de geschilderde initialen en randversiering in de tekst moet het in de Zuidelijke Nederlanden, waarschijnlijk in Brugge, zijn ontstaan. De besteller zal echter in het Noorden hebben gewoond, mogelijk in Delft, aangezien hij een kalender voor het bisdom Utrecht liet opnemen. In het handschrift zijn elf miniaturen van een van de Meesters van Zweder van Culemborg opgenomen. Deze miniaturen zijn echter niet, zoals gebruikelijk, op losse bladen geschilderd, waardoor ze geschikt waren voor de handel buiten Utrecht, maar op bladen die deel uitmaken van de katernen. Hoe de werkwijze hierbij was, is niet duidelijk. Mogelijk werd het boekje naar Utrecht gestuurd, of was een van de Utrechtse schilders een tijd in Brugge werkzaam. Vervolgens zijn rond de miniaturen randen geschilderd in Zuid-Nederlandse stijl. Even opmerkelijk is dat de versiering van het handschrift daarna in Delft is aangevuld en voltooid. Zo werd op vrijwel alle bladzijden penwerk in de Delftse ‘schulp’-stijl aangebracht. Hoewel penwerk altijd vóór de geschilderde versiering werd uitgevoerd, wijst de onorthodoxe wijze waarop het in de marges is aangebracht, erop dat het in dit geval er na moet zijn gebeurd. Waar penwerk altijd uitgaat van een penwerkinitiaal, ontbreken hier dergelijke initialen, maar vult het penwerk op een geheel ‘losse’ wijze de marges. Eveneens in Delft werden rond een aantal miniaturen en tekstbladzijden exuberante randen in Delftse ‘bonte’-stijl geschilderd. Ook een twaalfde toegevoegde miniatuur van de Brugse Goudenrankenmeesters kreeg een dergelijke rand.

Catalogus

Baltimore, Walters Art Gallery

Ms W 167 Getijdenboek van Amherst, Noord-Nederland (Utrecht?), ca 1430-1450 omgeving Meesters van Zweder van Culemborg

literatuur:

  • De Vreese 1922
  • Byvanck/Hoogewerff 1925, cat. no. 40, pl. IX, figs. 38, 39
  • De Ricci 1935, I, p. 793, nr. 61
  • Miner 1955
  • Gorissen 1973, pp. 83, 605, 963 (voorlopige toeschrijving door Rw)

Ms W 168 (+add) getijdenboek, Noord-Nederland (Utrecht?), ca 1435-1440 Meesters van Zweder van Culemborg, toegevoegde devotieteksten, Brugge, ca 1460 werkplaats Willem Vrelant

literatuur:

  • De Ricci 1935-1940, I, p. 794, nr. 235
  • Amsterdam 1958, nr. 156
  • Hoogewerff 1961, p. 47
  • Finke 1963, p. 59, 61
  • Delaissé 1968, p. 26, 46
  • Wieck 1988, nr. 109
  • Utrecht-New York 1989, nr. 37
  • Randall 1997, nr. 251

Ms W 174 missaal van Eberhard von Greiffenklau, Noord-Nederland (Utrecht?), ca 1430-1435, verluchting door de Meesters van Zweder van Culemborg en de Meester van Catharina van Kleef

literatuur:

  • Miner 1955, p. 70-74
  • Amsterdam 1958, nr. 54
  • Hoogewerff 1961, p. 33-43
  • Delaissé 1968, p. 24-25
  • Calkins 1979, p. 34-39
  • Baltimore 1984, pl. 28
  • Utrecht/New York 1989, nr. 35
  • Nijmegen 2009-2010, nr. 31

Ms W 188 getijdenboek, Utrecht, ca 1435-1440 door Meesters van Zweder van Culemborg

Bressanone (Brixen), Biblioteca del Seminario Maggiore

Ms c 20 missaal, Noord-Nederland (Utrecht?), ca 1430

literatuur:

  • Hoogewerff 1936-1947, I, p. 430-438
  • Utrecht/New York 1989, p. 98
  • Scheiber 1992

Cambridge, Fitzwilliam Museum

Ms 1-1960 los blad van het Egmont Brevier (New York, Pierpont Morgan Library, ms. M 87), Noord-Nederland (Utrecht?), ca 1440

literatuur:

  • Utrecht/New York 1989, p. 113
  • Nijmegen 2009-2010, nr. 38d

Ms 289 Lochorst Bijbel in 3 vols., Utrecht, ca 1420

literatuur:

  • Byvanck/Hoogewerff 1925, nr. 25
  • Hoogewerff 1936-1947, I , p. 421-7
  • Byvanck 1937, p. 47-51
  • Gorissen 1973, p. 602, 658, 793, 801, 806-8, 824-5, 827-9, 963
  • Wormald & Giles 1982, p. 258-265
  • Cambridge 2005, nr. 34
  • Nijmegen 2009-2010, nr. 14

Ms James 141 getijdenboek, Noord-Nederland (Utrecht?), ca 1420-1430

literatuur:

  • Byvanck 1937, figs. 128-129
  • Utrecht 1984, p. 255
  • Utrecht/New York 1989, p. 109

Den Haag, Koninklijke Bibliotheek

Ms 74 G 34 getijdenboek, penwerk: Noord-Holland, 1425; toegevoegde miniaturen: Utrecht, ca 1425 door voorloper van de Meesters van Zweder van Culemborg

Ms 79 K 2 getijdenboek, Utrecht, ca 1430-5 (in 1998 door Fentener van Vlissingen geschonken)

literatuur:

  • Utrecht/New York 1989, nr. 34
  • Sotheby’s 10 december 1996, lot 69
  • Nijmegen 2005, nr. 50
  • Nijmegen 2009-2010, nr. 15

Ms 133 M 131 getijdenboek, Noord-Nederland (Utrecht?), ca 1420, verluchting door Meesters van Zweder van Culemborg en anderen

literatuur:

  • Vermeeren 1958, p. 97-102
  • Den Haag 1965, nr. 37
  • Brussel 1971, nr. 13
  • Den Haag 1980, nr. 69
  • Brandhorst & Broekhuijsen-Kruijer 1985, nr. 139
  • Den Haag 1988, nr. 2
  • Utrecht/New York 1989, nr. 29

Ms BPH 148 getijdenboek, Noord-Nederland (Delft), ca 1435 met toevoegingen uit Brugge, ca 1460, verluchting te Delft door Meesters van Zweder van Culemborg, later toevoegingen uit Brugge in stijl van Meesters van de Gouden Ranken: f. 165v

literatuur:

  • Sotheby’s 13 december 1965, nr. 200
  • Sotheby’s 20 juni 1989, lot 65
  • Utrecht/New York 1989, p. 99
  • König 1990, nr. 27
  • Lacaze 1991
  • Amsterdam 2009-2010, nr. 7

Düsseldorf, Nordrhein-Westfälisches Hauptstaatsarchiv

Ms g III 3 missaal van de Hofkapel van Kleef, Noord-Nederland (Utrecht?), ca 1420-1425

literatuur:

  • Hoogewerff 1936-1947, I, p. 427, 435, 441
  • Kleef 1974, nr. 73
  • Kleef 1984, nr. D.27
  • Utrecht/New York 1989, nr. 30

Londen, British Library

Ms add 30339, nr. 3 los blad uit het Egmont Brevier (New York, Pierpont Morgan Library, ms. M 87), Noord-Nederland (Utrecht?), ca 1440

literatuur:

  • Utrecht/New York 1989, p. 113
  • Nijmegen 2009-2010, nr. 38c

Londen, Sotheby’s

Catalogus 20 juni 1995, lot 81 getijdenboek, Utrecht, ca 1425-1450 verluchting in stijl van de Meesters van Zweder van Culemborg, gehistorieerde initialen op f. 13r Virgin and Child in the crescent moon, 101r Christ carrying the Cross, 117r Holy Face of Christ, 145r King David kneeling in prayer, 178r two souls kneeling in prayer

literatuur:

  • Sotheby’s 20 juni 1995, lot 81

Catalogus 6 juli 2000 Lot 72 Getijdenboek, Noord-Nederland (Utrecht?), ca 1425-30

literatuur:

  • Utrecht/New York 1989, nr. 31
  • Sotheby’s 6 juli 2000, lot 72

Catalogus 3 december 2008 Lot 36 Getijdenboek, Utrecht, ca 1430

literatuur:

  • Byvanck 1937, p. 117, pl. xlii-xliii
  • Sotheby’s 3 december 2008, lot 36

Münster, Universitätsbibliothek

Ms 41 Hoya-missaal, Noord-Nederland (Utrecht?), ca 1420-30

literatuur:

  • Hoogewerff 1936-1947, I , p. 427-430, 435, 441
  • Byvanck 1937, p. 56, 148-9
  • Amsterdam 1958, nr. 153
  • Hoogewerff 1961, p. 44-7
  • Finke 1963, p. 43, 57-58
  • Brussel 1971, nr. 59
  • Utrecht/New York 1989, nr. 32
  • Haller 1996

New York, Pierpont Morgan Library

Ms M 87 Egmont Brevier, Noord-Nederland (Utrecht?), ca 1440, verluchting door Meesters van Zweder van Culemborg: en Meesters van Otto van Moerdrecht: (ook losse bladen in Utrecht, Universiteitsbibliotheek; Cambridge, Fitzwilliam Museum en Londen, British Library)

literatuur:

  • Hoogewerff 1936-1947, I, p. 444-445
  • Byvanck 1937, p. 28, 29, 66, 149, 150
  • Panofsky 1953, p. 95-102
  • Amsterdam 1958, nr. 148
  • Hoogewerff 1961, p. 4-5, 10-25
  • Finke 1963, p. 59-61
  • New York 1964, nr. 41
  • Delaissé 1968, p. 22-24, 32, 33, 56, 57, 63, 83
  • Keller 1969, p. 19-41, 45-46
  • New York 1980, nr. 26
  • Utrecht/New York 1989, nr. 36
  • Nijmegen 2009-2010, nr. 38a

Parijs, Bibliothèque Nationale

Ms lat 432 Petrus de Herentals, psalter commentaar, rond 1434 aangeboden aan Hugo van Lusignan, kardinaal van Cyprus, presentatieminiatuur toegevoegd door Meesters van Zweder van Culemborg, Noord-Nederland (Utrecht?), ca 1434

literatuur:

  • Miner 1955, p. 70-74
  • Utrecht/New York 1989, p. 111

Rotterdam, Gemeentebibliotheek

Ms 96 g 12 getijdenboek, Noord-Nederland, ca 1415, verluchting door Meester van het Brno Speculum: f. 314v Laatste Oordeel en Utrecht, ca 1430, verluchting door Meesters van Zweder van Culemborg: o.a. f. 23v gevangenneming

literatuur:

  • Utrecht/New York 1989, nr. 20
  • Nijmegen 2005, nr. 49

Utrecht, Universiteitsbibliotheek

Ms 41 (4.F.5) Augustinus, Confessiones, Noord-Nederland (Utrecht?), 2e kwart 15e eeuw

literatuur:

  • Byvanck 1924 (2), p. 269-270
  • Byvanck/Hoogewerff 1925, nr. 36
  • Byvanck 1930, p. 130
  • Byvanck 1937, p. 56
  • Hulshof 1944, p. 178
  • Gumbert 1974, p. 133
  • Van der Horst 1989, nr. 39

Ms 1037 (2.E.19) getijdenboek (incompleet), Noord-Nederland (Utrecht?), ca 1430

literatuur:

  • Byvanck 1923, p. 78-79
  • Byvanck/Hoogewerff 1925, nr. 39
  • Byvanck 1930, p. 130
  • Hoogewerff 1936-1947, I , p. 438-9
  • Byvanck 1937, p. 57
  • Utrecht 1984, nr. 120
  • Van der Horst 1989, nr. 37

Ms 12.C.17 los blad uit het Egmont Brevier (New York, Pierpont Morgan Library, ms. M 87) met de Opstanding van Christus, Noord-Nederland (Utrecht?), ca 1440

literatuur:

  • Finke 1963, p. 59-61
  • Utrecht 1984, nr. 121
  • Utrecht/New York 1989, nr. 36
  • Van der Horst 1989, nr. 38
  • Nijmegen 2009-2010, nr. 38b

Wenen, Osterreichische Nationalbibliothek

Cod. 1199-1200 Bijbel (2 delen), Noord-Nederland (Utrecht?), ca 1430, verluchting door de Meesters van Zweder van Culemborg en anderen

literatuur:

  • Wenen 1965, nrs. 64-65
  • Pächt-Jenni 1975, p. 16-23, kl. pl. I-II
  • Utrecht/New York 1989, nr. 33
  • Dückers 2005, p. 79, afb. 17
  • Nijmegen 2005, nr. 48

Zwolle, Provinciaal Overijssels Museum

Ms 4411 missaal van Johan van de Zande, Noord-Nederland (Utrecht?), 1415

literatuur:

  • Den Haag 1950, nr. 10
  • Enschede 1950, nr. 9
  • Amsterdam 1954, nr. 16
  • Utrecht/New York 1989, nr. 28

Literatuur

  1. Byvanck 1923, p. 78-79
  2. Byvanck 1924 (2), p. 269-270
  3. Byvanck/Hoogewerff 1925, nrs. 25, 36, 39
  4. Byvanck 1930, p. 130
  5. De Ricci 1935-1940, I, p. 794, nr. 235
  6. Hoogewerff 1936-1947, I, p. 421-447
  7. Byvanck 1937, p. 28-29, 47-51, 56, 57, 66, 117, 148, 149, 150; pl. xlii-xliii; figs 123, 128, 129
  8. Hulshof 1944, p. 178
  9. Den Haag 1950, nr. 10
  10. Enschede 1950, nr. 9
  11. Panofsky 1953, p. 95-102, 102-104
  12. Amsterdam 1954, nr. 16
  13. Miner 1955, p. 70-74
  14. Amsterdam 1958, nrs. 148, 153, 154, 156
  15. Vermeeren 1958, p. 97-102
  16. Hoogewerff 1961, p. 4-5, 10-25, 44-47
  17. Finke 1963, p. 43, 57-58, 59-61
  18. New York 1964, nr. 41
  19. Wenen 1965, nrs. 64-65
  20. Den Haag 1965, nr. 37
  1. Sotheby’s 13 december 1965, lot 200
  2. Delaissé 1968, p. 22-24, 25, 26, 32, 33, 46, 56, 57, 63, 83
  3. Keller 1969, p. 19-41, 45-46
  4. Brussel 1971, nrs. 13, 59
  5. Gorissen 1973, p. 602, 658, 793, 801, 806-8, 824-5, 827-9, 963
  6. Gumbert 1974, p. 133
  7. Kleef 1974, nr. 73
  8. Pächt-Jenni 1975, p. 16-23, kl. pl. I-II
  9. Calkins 1979, p. 27 noot 30, p. 34-39
  10. Den Haag 1980, nr. 69
  11. New York 1980, nr. 26
  12. Wormald & Giles 1982, p. 258-265
  13. Baltimore 1984, pl. 28
  14. Utrecht 1984, nrs. 120, 121
  15. Kleef 1984, nr. D.27
  16. Brandhorst & Broekhuijsen-Kruijer 1985, nr. 139
  1. Den Haag 1988, nr. 2
  2. Wieck 1988, nr. 109
  3. Utrecht/New York 1989, p. 73-74, 97-116, nrs. 20, 28, 29, 30, 31, 32, 33, 34, 35, 36, 37
  4. Sotheby’s 20 juni 1989, lot 65
  5. Van der Horst 1989, nrs. 37, 38, 39
  6. König 1990, nr. 27
  7. Lacaze 1991
  8. Scheiber 1992
  9. Sotheby’s 20 juni 1995, lot 81
  10. Haller 1996
  11. Randall 1997, nrs. 251, 283
  12. Sotheby’s 10 december 1996, lot 69
  13. Sotheby’s 6 juli 2000, lot 72
  1. Cambridge 2005, nr. 34
  2. Dückers 2005, p. 78-80
  3. Nijmegen 2005, nrs. 48, 49, 50
  4. Sotheby’s 3 december 2008, lot 36
  5. Nijmegen 2009 (1),
  6. Amsterdam 2009-2010, nr. 7
  7. Nijmegen 2009-2010, nrs. 14, 15, 31, 38a, 38b, 38c, 38d
  8. Bloem 2015